the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
Prediker 6
1 Er is een kwaad, dat ik gezien heb onder de zon en dat zwaar op den mens drukt:2 als God aan iemand schenkt rijkdom, schatten en eer, zodat hem niets ontbreekt van alwat hij kan begeren, doch God hem niet in staat stelt er van te genieten, maar een vreemde er van geniet. Dit is ijdelheid dit is een erg lijden.3 Als iemand honderd kinderen verwekte, veel jaren leefde en zijn levensdagen waren talrijk, doch hij werd niet van het goede verzadigd en hem viel ook geen begrafenis te beurt--ik zeg: Een misgeboorte is er beter aan toe dan hij.4 Want in ijdelheid gekomen, gaat zij in duisternis heen, en met duisternis wordt haar naam bedekt.5 Ook heeft zij de zon gezien noch gekend. Zij is er beter aan toe dan hij.6 Ja, al leefde hij tweemaal duizend jaren en hij genoot het goede niet--gaat niet alles naar een en dezelfde plaats?
7 Alle moeite die de mens zich geeft is voor zijn mond; en toch wordt de begeerte niet gestild.8 Wat toch heeft de wijze voor boven den dwaas? wat de arme boven hem die weet hoe zich voor de levenden te gedragen?9 Beter het zien der ogen dan het jagen der begeerte. Ook dit is ijdelheid en najagen van wind.10 Hetgeen geschiedt is voorlang met name genoemd, en het is bepaald, wat een mens zijn zal; en hij kan niet in het gericht treden met hem die zijn meerdere is.
11 Want al kan men met een vloed van woorden veel ijdelheid uitkramen, wat baat dit den mens?12 Wie toch weet, wat voor den mens goed is in het leven, den gansen duur van zijn ijdel leven, dat hij als een schaduw doorbrengt? Immers, wie deelt den mens mee wat na hem zijn zal onder de zon?