Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

2 Korinthiërs 6

1 Daaraan werken wij mee, en wij vermanen u te zorgen niet vruchteloos Gods genade ontvangen te hebben.2 Want Hij zegt: In den tijd des welgevallens heb Ik u verhoord, en op den dag des heils heb Ik u geholpen. --Zie, nu is het de tijd des welgevallens; zie, nu is het de dag des heils.3 Wij geven in genen dele enigen aanstoot; opdat aan de bediening geen smet aangewreven worde;4 neen, in alles bevelen wij als Gods dienaren ons aan onder velerlei geduldsoefening, verdrukking, nood, benauwdheid,5 slagen, gevangenschappen, onrust, gezwoeg, nachtwaken, vasten;6 door een reinen wandel, kennis, lankmoedigheid, vriendelijkheid, heiligen geest, ongeveinsde liefde,7 door prediking der waarheid, door kracht Gods, met de wapenen waarmee voor de gerechtigheid wordt gestreden, wapenen van aanval en van verdediging,8 temidden van eer en schande, van blaam en lof, tegelijk als bedriegers en waarachtigen;9 onbekend en welbekend, als stervenden--zie, wij leven, als getuchtigden en niet gedood,10 als bedroefden die altijd zich verheugen, als armen die velen rijk maken, als mensen die niets hebben en alles bezitten.

11 Ja, Korinthiers, wij hebben onzen mond voor u opengedaan, ons hart is ruim geworden;12 gij hebt geen enge plaats in ons, maar zijt zelf enghartig.13 Nu is het uw beurt, ik spreek als tot kinderen, maakt ook gij ruimte in uw hart.14 Gaat niet met ongelovigen in een gespan; want welke gemeenschap is er tussen de gerechtigheid en de ongerechtigheid? Wat heeft het licht met de duisternis uitstaande?15 Welke overeenkomst is er tussen Christus en Belial? Of wat heeft de gelovige met den ongelovige gemeen?16 Hoe past de tempel Gods bij afgoden? Wij immers zijn een tempel van den levenden God; zoals God zegt: Ik zal onder hen wonen en verkeren; Ik zal hun God zijn, en zij zullen mijn volk wezen.17 Gaat daarom uit hun midden weg weg en zondert u af, zegt de Heer; raakt niets onreins aan, en Ik zal u aannemen18 en u tot een Vader zijn, terwijl gij Mij tot zonen en dochteren zult wezen, zegt de Heer, de Almachtige.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile