the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
2 Kronieken 27
1 Vijf en twintig jaar was Jotham oud toen hij koning werd, en zestien jaar regeerde hij te Jeruzalem; zijn moeder heette Jerusja, de dochter van Sadok.2 Hij deed wat recht was in het oog des Heeren, geheel zoals zijn vader Uzzia gedaan had--alleenlijk, hij is den tempel des Heeren niet binnengegaan--maar het volk bezondigde zich nog.3 Hij heeft de Bovenpoort van den tempel gebouwd en veel gebouwd aan den muur om den Ofel;4 ook heeft hij steden gebouwd in het gebergte van Juda, en in de wouden burchten en torens.5 Hij ook heeft krijg gevoerd met den koning der Ammonieten en hen overwonnen; zodat de Ammonieten hem in dat jaar honderd talenten zilver gaven, benevens tienduizend ton tarwe en tienduizend ton gerst; dit brachten de Ammonieten ook in het tweede en het derde jaar aan hem op.6 Zo werd Jotham machtig; want hij wandelde standvastig voor den Heer, zijn god.7 Het overige nu der geschiedenis van Jotham en al zijn oorlogen en ondernemingen zijn beschreven in het boek der koningen van Israel en Juda.8 Vijf en twintig jaar was hij oud toen hij koning werd, en zestien jaar regeerde hij te Jeruzalem.9 En Jotham ging ter ruste bij zijn vaderen, en men begroef hem in de Davidstad; en zijn zoon Ahaz werd koning in zijn plaats.