the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
1 Samuël 31
1 Toen nu de Filistijnen tegen Israel streden, sloegen de Israelieten voor de Filistijnen op de vlucht, en vielen verslagenen op het gebergte Gilboa.2 De Filistijnen zaten Saul en zijn zonen op de hielen en versloegen Sauls zonen Jonathan, Abinadab en Malkisjua.3 Daarop werd de strijd zwaar tegen Saul; en toen de boogschutters hem onder schot kregen, werd hij zeer beangst voor hen4 en zeide hij tot zijn wapendrager: Trek uw zwaard en doorsteek er mij mede; anders komen die onbesnedenen en drijven hun spel met mij. Maar zijn wapendrager wilde niet, omdat hij zeer bevreesd was. Nu nam Saul het zwaard en stortte er zich in.5 En Sauls wapendrager, ziende dat hij dood was, stortte zich ook in zijn zwaard en stierf met hem.6 Zo stierven Saul, zijn drie zonen en zijn wapendrager op een en denzelfden dag.7 En de Israelieten in de steden der vallei en aan den overkant van den Jordaan, ziende dat de Israelieten gevlucht en Saul en zijn zonen gesneuveld waren, verlieten hun steden en gingen op de vlucht; waarna de Filistijnen kwamen en ze bezetten.
8 Den volgenden dag, toen de Filistijnen kwamen om de verslagenen uit te schudden, vonden zij Saul en zijn drie zonen op het gebergte Gilboa liggen;9 zij hieuwen hem het hoofd af, trokken hem zijn wapenrusting uit en zonden die rond in het land der Filistijnen, om de zege te boodschappen aan hun afgoden en aan het volk.10 Zijn wapenrusting legden zij in den tempel van Astarte, maar zijn romp hingen zij op aan den muur van Beth-sjean.11 Toen de inwoners van Jabes in Gilead hoorden wat de Filistijnen aan Saul hadden gedaan,12 maakten alle weerbare mannen zich op, trokken den gansen nacht door en namen den romp van Saul en die zijner zonen van den muur van Beth-sjean, brachten ze naar Jabes en verbrandden ze aldaar.13 Daarop namen zij hun gebeente, begroeven het onder de tamarisk te Jabes en vastten zeven dagen.