the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
1 Korinthiërs 2
1 Ook ik, broeders, ben, toen ik tot u kwam, u Gods getuigenis niet komen verkondigen met een vloed van woorden en geleerdheid;2 want ik nam mij voor, niets onder u te weten dan Jezus Christus, en wel den gekruisigde.3 Ook verkeerde ik onder u in zwakheid en vrees en veel beving;4 mijn woord en prediking bestonden ook niet in overredende woorden van wijsheid, maar in betoning van geest en kracht;5 opdat uw geloof niet mocht rusten op wijsheid van mensen, maar op kracht Gods.
6 Wel verkondigen wij wijsheid onder de volwassenen, maar een wijsheid die niet van deze wereld is, noch van de beheerschers dezer wereld, die te niet zullen gedaan worden;7 maar wij verkondigen Gods wijs raadsbesluit, het verborgene, door God voor alle eeuwigheid verordend tot zijn heerlijkheid.8 Geen der beheerschers dezer wereld heeft het doorzien; anders zouden zij den glorierijken Heer niet gekruisigd hebben;9 maar zoals geschreven staat: Wat geen oog gezien, wat geen oor gehoord heeft, en in 's mensen hart niet opgekomen is, wat God heeft bereid voor hen die Hem liefhebben.10 --Want ons heeft God het geopenbaard door den Geest; de Geest toch doorvorst alles, zelfs de diepten Gods.11 Wie toch der mensen kent wat in den mens is behalve de geest des mensen die in hem is? Zo heeft ook niemand ooit Gods wezen en werk doorzien behalve de Geest Gods.12 Wij nu hebben niet den geest der wereld ontvangen, maar den geest die van God komt; opdat wij Gods genadegiften aan ons zouden kennen.13 Hiervan spreken wij dan, niet in woorden door menselijke wijsheid geleerd, maar in woorden die de Geest leert, en leggen geestelijke dingen voor geestelijke mensen uit.14 De ongeestelijke mens toch neemt niet aan wat van Gods Geest komt; want dat is in zijn oog dwaasheid. Hij kan het ook niet kennen, omdat het geestelijk moet beoordeeld worden.15 De geestelijke mens daarentegen beoordeelt wel alles maar kan zelf door niemand beoordeeld worden;16 want wie heeft den zin des Heeren genoeg gekend om Hem te begrijpen? Maar wij hebben den zin van Christus.