Lectionary Calendar
Sunday, November 24th, 2024
the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

1 Korinthiërs 15

1 Nu maak ik u bekend, broeders, de prediking der Blijmare die ik u heb gebracht, die gij ook hebt ontvangen, waarin gij ook vaststaat,2 waardoor gij ook gered wordt, indien gij hebt onthouden hoe ik het u gepredikt heb--tenzij gij vergeefs gelovig zijt geworden.3 Want ik heb u voor alle dingen overgeleverd, wat ik ook vernomen heb, dat Christus volgens de Schriften voor onze zonden is gestorven,4 en dat hij begraven en ten derden dage, volgens de Schriften, opgewekt is,5 en dat hij is verschenen aan Kefas, vervolgens aan de Twaalve.6 Daarna is hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, waarvan de meesten nog leven en sommigen ontslapen zijn.7 Daarna is hij verschenen aan Jacobus, vervolgens aan al de apostelen;8 ten allerlaatste ook aan mij, als aan een ontijdig geborene.9 Want ik ben de minste der apostelen niet waardig een apostel genoemd te worden, omdat ik de gemeente Gods vervolgd heb.10 Maar door Gods genade ben ik die ik ben, en de door Hem mij bewezen genade is niet ijdel geweest, maar meer dan zij allen heb ik gearbeid; te weten niet ik, maar de genade Gods, die met mij was.11 Hetzij dan ik, hetzij de anderen, zo prediken wij, en zo hebt gij het gelovig aangenomen.

12 Indien gepredikt wordt dat Christus uit de doden is opgewekt, hoe zeggen dan sommigen van u dat er geen dodenopstanding is?13 Is er geen dodenopstanding, dan is Christus ook niet opgewekt,14 en is Christus niet opgewekt dan is onze prediking waardeloos en evenzo uw geloof;15 dan blijkt het ook dat wij valse getuigen tegen God waren, omdat wij tegen God in getuigd hebben dat Hij Christus heeft opgewekt, dien Hij niet opgewekt heeft ingeval de doden niet opgewekt worden.16 Want indien geen doden opgewekt worden, is Christus ook niet opgewekt;17 en is Christus niet opgewekt, dan is uw geloof ijdel, dan zijt gij nog in uw zonden.18 Dan zijn ook verloren gegaan de in Christus ontslapenen.19 Indien wij alleen voor dit leven op Christus hopen, zijn wij de ellendigste van alle mensen.

20 Maar neen, Christus is opgewekt uit de doden, de eersteling der ontslapenen.21 Want daar door een mens de dood is gekomen, zo ook door een mens de dodenopstanding.22 Immers, gelijk allen door hun gemeenschap met Adam sterven, zo zullen ook allen levendgemaakt worden door hun gemeenschap met Christus.23 Ieder op zijn beurt. Voor allen Christus; dan zij die Christus toebehoren, bij zijn komst;24 daarna komt het einde, wanneer hij het Koninkrijk aan den God en Vader overgeeft, nadat hij elke heerschappij, macht en kracht heeft vernietigd.25 Want hij moet koning zijn totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten heeft gelegd.26 De laatste vijand die vernietigd wordt is de Dood;27 want Hij heeft alles onder zijn voeten gelegd. Wanneer Hij zegt dat alles hem onderworpen is, dan is het duidelijk dat Hij die alles aan hem onderworpen heeft daarvan uitgezonderd is.28 En wanneer alles aan hem onderworpen is, dan zal ook de Zoon zelf zich onderwerpen aan Hem die alles aan hem onderworpen heeft; opdat God zij alles in allen.29 Wat zullen anders zij uitwerken die zich ten bate van de doden laten dopen? Indien in het geheel geen doden opgewekt worden, wat laten zij zich dan voor hen dopen?30 Waartoe dient het dan dat wij elk uur in levensgevaar zijn?31 Ik sterf elken dag, broeders, zowaar ik mij over u in gemeenschap met Christus Jezus, onzen Heer, beroemen mag.32 Indien ik te Efeze, naar den mens gesproken, met wilde dieren gevochten heb, wat baat het mij? Indien geen doden worden opgewekt, laat ons dan maar eten en drinken; want morgen sterven wij.33 Dwaalt niet! Slechte gesprekken bederven goede zeden.34 Gebruikt naar behoren uw gezond verstand en zondigt niet. Sommigen toch missen de kennis van God; ik zeg het u tot beschaming.

35 Maar deze of gene zal zeggen: Hoe worden de doden opgewekt? Met welk lichaam komen zij te voorschijn?36 Gij dwaas, ook wat gij zaait wordt niet weer levend indien het niet gestorven is;37 en wat gij zaait is niet het lichaam dat geboren zal worden, maar louter een korrel, naar het valt, van graan of iets anders,38 en God geeft daaraan een lichaam, naardat het Hem goeddunkt, en wel aan elk zaad een eigen lichaam.39 Niet ieder vlees is hetzelfde; maar er is mensen vlees en dierenvlees, vogelen vlees en vissevlees.40 Zo ook hemelse lichamen en aardse; maar de heerlijkheid der hemelse is een andere dan die der aardse.41 Verschillend is de heerlijkheid der zon van die der maan en van die der sterren; want de ene ster verschilt in heerlijkheid met de andere.42 Zo is het ook met de opstanding der doden. Iets vergankelijks wordt gezaaid, iets onvergankelijks wordt opgewekt;43 iets onaanzienlijks wordt gezaaid, iets heerlijks wordt opgewekt; iets zwaks wordt gezaaid, iets krachtigs wordt opgewekt;44 een zielelichaam wordt gezaaid, een geestelijk lichaam wordt opgewekt. Zowaar een zielelichaam bestaat, zowaar ook een geestelijk.45 Zo staat ook geschreven: De eerste mens Adam werd een levende ziel; de laatste Adam een levendmakende geest.46 Doch niet het geestelijke gaat vooraf, maar het natuurlijke; daarna komt het geestelijke.47 De eerste mens is uit de aarde aards, de tweede mens is uit den hemel.48 Zoals de aardse is, zijn ook de aardsen, en zoals de hemelse is, zijn ook de hemelsen;49 gelijk wij het beeld van den aardsen gedragen hebben, zullen wij ook het beeld van den hemelsen dragen.50 Dit bedoel ik, broeders, dat vlees en bloed het Koninkrijk Gods niet beerven kunnen, noch het vergankelijke de onvergankelijkheid.

51 Zie, ik leer u een heilsgeheim: wij zullen niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden,52 in een ondeelbaar ogenblik, bij het laatste bezuingeschal; want als de bazuin gestoken wordt, staan de doden onverderfelijk op en worden wij veranderd.53 Want het vergankelijke moet zich met de onvergankelijkheid bekleden en het sterfelijke met de onsterfelijkheid.54 En wanneer dit vergankelijke zich met de onvergankelijkheid heeft bekleed en dit sterfelijke met de onsterfelijkheid dan zal in vervulling treden het woord dat geschreven staat: De dood is verzwolgen ter overwinning.55 Dood, waar is uw overwinning? Dood waar is uw prikkel? --56 De prikkel van den dood is de zonde, de kracht der zonde is de wet. --57 Gode zij dank, die ons de overwinning heeft gegeven door onzen Heer Jezus Christus!

58 Derhalve, mijn geliefde broeders, weest standvastig, onbeweeglijk, overvloedig in het werk des Heeren, wetend dat uw arbeid door de gemeenschap met den Heer niet ijdel zal zijn.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile