the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
1 Kronieken 8
1 Benjamin verwekte Bela, zijn eerstgeborene, Asbel, den tweeden, Aharah, den derden,2 Noha, den vierden, en Rafa, den vijfden.3 En Bela had zonen: Addar, Gera, Abihud,4 Abisjua Naaman en Ahia. (8-6b) En dit zijn de zonen van Abihud:5 Gera, Sjefufam en Huram;6 zij waren familiehoofden der inwoners van Geba en werden gevankelijk weggevoerd naar Manahath;7 Gera was het die hen gevankelijk wegvoerde, en hij verwekte Uzza en Ahihud.8 En Sjaharaim verwekte in het veld van Moab, na zijn vrouwen Husjim en Baara te hebben weggezonden,9 toen verwekte hij bij zijn vrouw Hodes: Jobab, Sibja, Meesja, Miklom,10 Jeus, Sjochja en Mirma; dit waren zijn zonen, familiehoofden.11 Bij Husjim had hij verwekt: Abitub en Elpaal.12 De zonen van Elpaal: Eber, Misjeam en Sjemer; deze heeft Ono en Lod met onderhoorigheden gebouwd.13 Beria en Sjema--dit waren familiehoofden der inwoners van Ajjalon; zij hebben de inwoners van Gath op de vlucht gedreven--14 en zijn broeders Sjasjak en Jeremoth.15 Zebadja, Arad, Eder,16 Michael, Jispa en Joha, zonen van Beria;17 Zebadja, Mesjullam, Hizki, Heber,18 Jismerai, Jizlia en Jobab, --zonen van Elpaal;19 Jakim, Zichri, Zabdi,20 Elienai, Sillethai, Eliel,21 Adaja, Beraja, Sjimrath, zonen van Sjimei;22 Jispan, Ebed, Eliel,23 Abdon, Zichri, Hanan,24 Hananja, Elam, Anthothja,25 Jifdeja en Penuel, zonen van Sjasjak;26 en Sjamsjerai, Sjeharja, Athalja,27 Jaaresja, Elia en Zichri, zonen van Jeroham;28 dit zijn hoofden van familien, hoofden naar hun afstammelingen; zij woonden te Jeruzalem.29 Te Gibeon woonde de vader van Gibeon, Jeiel; zijn vrouw heette Maacha.30 Zijn oudste zoon was Abdon, voorts: Sur, Kis, Baal, Ner, Nadab,31 Gedor, Ahjo, Zecher en Mikloth.32 En Mikloth verwekte Sjimea; ook dezen woonden met hun broeders te Jeruzalem tegenover hun broeders.
33 En Ner verwekte Abner; Kis verwekte Saul; Saul verwekte Jonathan, Malkisjua, Abinadab en Esbaal.34 De zoon van Jonathan was Meribbaal, en Meribbaal verwekte Micha.35 De zonen van Micha: Pithon, Melech, Taarea en Ahaz.36 En Ahaz verwekte Jehoadda; Jehoadda verwekte Alemeth, Azmaweth en Zimri; Zimri verwekte Mosa;37 Mosa verwekte Binea; zijn zoon was Refaja, zijn zoon was Eleaza, zijn zoon was Asel.38 Asel had zes zonen; zij heetten: Azrikam, Bochru, Ismael, Sjearja, Obadja en Hanan; deze allen waren zonen van Asel.39 De zonen van zijn broeder Esjek: Ulam, zijn eerstgeborene, Jeus, de tweede, en Elifelet, de derde.40 De zonen van Ulam waren strijdbare helden, boogschutters; en zij hadden veel zonen en kleinzonen: honderd vijftig. Dezen behoorden allen tot de Benjaminieten.