the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
1 Kronieken 22
1 En David zeide: Dit is een huis van den Heere God, en dit is een brandofferaltaar voor Israel.2 David beval al de vreemden die in Israels land waren bijeen te brengen, en stelde hen aan tot steenhouwers, om stenen uit te breken en te behouwen voor den bouw van den tempel.3 Hij legde in grote hoeveelheid ijzer gereed voor de nagels aan de poortdeuren en voor de ankers, en koper in zo grote hoeveelheid dat het onweegbaar was,4 voorts cederen stammen, ontelbaar vele; want de Sidoniers en de Tyriers hadden cederenstammen in menigte aan David gebracht.5 En David zeide: Mijn zoon Salomo is jong en teer, en het voor den Heer te bouwen huis moet bovenmate groots worden, tot roem en luister voor alle landen; laat ik dus voor hem toebereidselen maken. Daarom maakte David voor zijn dood toebereidselen op grote schaal.
6 Toen liet hij zijn zoon Salomo roepen en beval hem een huis voor den Heer, den god van Israel, te bouwen.7 David dan zeide tot Salomo: Mijn zoon, ik was zelf voornemens een huis te bouwen voor den naam van den Heer, mijn god;8 maar tot mij kwam het woord des Heeren aldus: Veel bloed hebt gij vergoten en grote oorlogen gevoerd; gij moogt geen huis voor mijn naam bouwen, omdat gij veel bloed voor mijn aangezicht op aarde vergoten hebt.9 Zie, een zoon wordt u geboren; deze zal een man van rust zijn, en ik zal hem rust verschaffen van al zijn vijanden rondom; want Salomo zal hij heten, en vrede en kalmte zal ik in zijn dagen aan Israel geven.10 Hij zal voor mijn naam een huis bouwen; hij zal mij ten zoon, en ik zal hem ten vader zijn, en ik zal den troon van zijn koningsschap over Israel vastzetten voor altijd.11 Nu dan, mijn zoon, de Heer zij met u; zodat gij voorspoedig zijt met den bouw van het huis van den Heer, uw god, zoals hij u aangaande heeft toegezegd.12 Geve de Heer u slechts verstand en doorzicht, en stelle hij u over Israel en ter onderhouding der wet van den Heer, uw god.13 Dan zult gij voorspoedig zijn, indien gij nauwgezet betracht de inzettingen en verordeningen die de Heer aan Mozes voor Israel heeft gegeven; wees sterk en kloek; vrees niets en wees niet versaagd.14 Zie, door mijn moeitevollen arbeid heb ik voor des Heeren huis gereedgelegd: aan goud honderdduizend talenten, aan zilver een millioen talenten, aan koper en ijzer zoveel dat het niet gewogen kan worden; want het is in grote hoeveelheid voorhanden; ook hout en steen heb ik gereedgelegd, waaraan gij nog kunt toevoegen.15 Voorts staan u werklieden in menigte ten dienste: steenhouwers, metselaars en timmerlieden, ook kunstenaars, bekwaam tot allerlei arbeid16 in goud, zilver, koper en ijzer, ontelbaar vele. Op dan, aan den arbeid! en de Heer zij met u!
17 Voorts beval David aan alle oversten van Israel zijn zoon Salomo behulpzaam te zijn:18 de Heer, uw god, is immers met u en heeft u rondom rust verschaft; want hij heeft de bewoners der aarde in mijn hand gegeven, en de aarde is aan den Heer en zijn volk onderworpen.19 Wijdt u thans met hart en ziel aan het zoeken van den Heer, uw god; maakt u op en bouwt het heiligdom van den Heere God; opdat men de ark des verbonds van den Heer en de heilige vaten van God in het huis brenge dat voor den naam van den Heer zal worden gebouwd.