the Week of Christ the King / Proper 29 / Ordinary 34
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
1 Kronieken 1
1 Adam, Seth, Enos,2 Kenan, Mahalalel, Jered,3 Henoch, Methusjelah, Lamech,4 Noach, Sem, Cham en Jafeth.5 De zonen van Jafeth: Gomer, Magog, Medie, Ionie, Tubal, Mesjech en Tiras.6 De zonen van Gomer: Askenaz, Rifath en Togarma;7 de zonen van Ionie: Elisja, Tarsjis, de Kittiers en de Rodiers.8 De zonen van Cham: Ethiopie, Egypte, Put en Kanaan.9 De zonen van Ethiopie: Seba, Hawila, Sabta, Raema en Sabtecha. De zonen van Raema: Sjeba en Dedan.10 Ethiopie nu verwekte Nimrod; deze begon een geweldige op aarde te zijn.11 En Egypte verwekte de Ludiers, de Anamieten, de Libyers de Naftuhieten,12 de Pathruzieten, de Kasluhieten, van welken de Filistijnen zijn uitgegaan, en de Kaftorieten.13 En Kanaan verwekte Sidon, zijn eerstgeborene, en Heth,14 en den Jebuziet, den Amoriet, den Girgasjiet,15 den Hiwwiet, den Arkiet, den Siniet,16 den Arwadiet, den Semariet en den Hamathiet.17 De zonen van Sem: Elam, Assur, Arpachsjad, Lydie, Aram, Us, Hul, Gether en Mesjech.18 Arpachsjad verwekte Sjelah; Sjelah verwekte Heber;19 aan Heber werden twee zonen geboren: de een heette Peleg, omdat in zijn tijd de aarde verdeeld werd; zijn broeder heette Joktan.20 Joktan verwekte Almodad, Sjelef, Hasarmaweth Jerah,21 Hadoram, Uzal, Dikla,22 Ebal, Abimael, Sjeba,23 Ofir, Hawila en Jobab. Deze allen zijn Joktanieten.24 Sem, Arpachsjad, Sjelah,25 Heber, Peleg, Reoe,26 Serug, Nahor, Terah,27 Abram, dat is Abraham.
28 De zonen van Abraham: Izaak en Ismael.29 Dit zijn hun afstammelingen. Ismaels eerstgeborene was Nebajoth, voorts Kedar, Adbeel en Mibsam,30 Misma en Duma, Massa, Hadad en Tema,31 Itur, Nafis en Kedma. Dit waren de zonen van Ismael.32 De zonen van Ketura, Abrahams bijvrouw. Zij baarde Zimran, Joksjan, Medan, Midian, Jisbak en Sjuah. De zonen van Joksjan: Sjeba en Dedan;33 de zonen van Midian: Efa, Efer, Hanoch, Abida en Eldaa. Deze allen waren zonen van Ketura.34 Abraham nu verwekte Izaak. Izaaks zonen: Ezau en Israel.35 De zonen van Ezau: Elifaz, Reuel, Jeus, Jaelam en Korah.36 De zonen van Elifaz: Teman en Omar, Sefi en Gaetham, Kenaz, Timna en Amalek,37 de zonen van Reuel: Nahath, Zerah, Sjamma en Mizza.38 De zonen van Seir: Lotan, Sjobal, Sibeon, Ana, Disjon, Eser en Disjan.39 De zonen van Lotan: Hori en Hemam, en Lotans zuster was Timna;40 de zonen van Sjobal: Alwan, Manahath en Ebal, Sjefi en Onam; de zonen van Sibeon: Ajja en Ana;41 de zoon van Ana: Disjon; de zonen van Disjon: Hemdan, Esban, Jithran en Keran;42 de zonen van Eser: Bilhan, Zaawan en Jaakan; de zonen van Disjan: Us en Aran.43 Dit zijn de koningen die over het land Edom geregeerd hebben voordat de Israelieten een koning hadden: Bela, de zoon van Beor; zijn stad heette Dinhaba.44 Na den dood van Bela werd koning in zijn plaats Jobab, de zoon van Zerah, uit Bosra.45 Na den dood van Jobab werd koning in zijn plaats Husjam, uit het land der Temanieten.46 Na den dood van Husjam werd koning in zijn plaats Hadad, de zoon van Bedad, die de Midianieten in het veld van Moab versloeg; zijn stad heette Awith.47 Na den dood van Hadad werd koning in zijn plaats Samla, uit Masreka.48 Na den dood van Samla werd koning in zijn plaats Saul, uit Rehoboth aan de Rivier.49 Na den dood van Saul werd koning in zijn plaats Baalhanan, de zoon van Achbor.50 Na den dood van Baalhanan werd koning in zijn plaats Hadad; zijn stad heette Pau en zijn vrouw Mehetabeel, de dochter van Matred, de dochter van Mezahab.51 Na den dood van Hadad waren Edoms stamhoofden: de stamhoofden van Timna, Alwa, Jetheth,52 Oholibalna, Ela, Pinon,53 Kenaz, Teman, Mibsar,54 Magdiel en Iram. Dit waren Edoms stamhoofden.